Verboden je vinger op te steken!


Hoera voor facebook. Want tussen de vuile was van je vrienden en kennissen kom je dagelijks pareltjes uit het onderwijs tegen.
Zo raakte ik in november geïnspireerd door de blog van Ellen Emonds.
Zij schreef een artikel over de onnatuurlijkheid van vingers opsteken in de klas.


Uit:Kagan (2013)



Kinderen steken nergens hun vinger op, alleen op school. Niet bij het ontbijt thuis, niet op de sportclub, niet op het voetbalveldje of in de speeltuin. Kinderen leren namelijk al vanaf de dag dat zij het eerste geluidje maken, dat je in communicatie om de beurt praat. De baby brabbelt en mama reageert. Aangemoedigd door de reactie brabbelt de baby nogmaals, etc.
Ja, en soms praat je door elkaar. Net als volwassenen bij de bakker die gelijktijdig beginnen te praten omdat ze denken dat ze aan de beurt zijn. Niet onoverkomelijk, gewoon dagelijkse stof.


Ik baalde al een tijdje van het opsteken van vingers. Ten eerste omdat ik altijd dezelfde vingers zag verschijnen, maar ook omdat een aantal leerlingen door de klas bleef roepen. Gewoon, zonder vinger, omdat het kan. Maar mijn enthousiaste groep 3, met maar 12 leerlingen, leent zich graag voor een experiment.  Zo riep ik op een donderdagochtend na het opstarten van de dag dat ik een nieuwe klassenregel bedacht had: "Vingers opsteken is verboden". 12 paar ogen keken mij verbaasd aan. Ik voegde er wel één voorwaarden aan toe: "Er kan maar een iemand tegelijk praten". Een van mijn enthousiaste jongens, die graag van zich laat horen, greep de gelegenheid aan om een oneindig gesprek te starten: "Dus juf, ik mag nu gewoon praten? En wat gaan we vandaag doen dan? O en waarom staat daar.. ehm.... jouw tas? Enne....". Waarop ik hem aansprak op het feit dat praten nu wel mocht, maar niet moet. Na een zucht van opluchting zag ik hem ontspannen. Geleidelijk aan gedurende de dag zag ik steeds minder vaak vingers en meer spontane reacties. 's Avonds op de bank overdacht ik het proces en kwam tot de conclusie dat twee leerlingen zich niet hadden laten horen. Op vrijdag heb ik dat met de klas besproken. Niets geks, gewoon een observatie. Tot mijn verbazing gingen de twee iets wat verlegen dames na mijn uitspraak iedere keer wat meer aandacht vragen. Van een voorzichtige vinger en een "juf?" leerden zij stap voor stap om ook het antwoord te geven op mijn vragen of om zelf de aandacht te vragen. Niet allemaal op die vrijdagochtend, maar stap-voor-stap gedurende het proces. En de leerlingen die normaal zonder vinger door de klas riepen? Die zijn spontaan verdwenen. Want teveel roepen doe je niet, ieder antwoord telt. En als je roept, dan is het goed! De kinderen leren nu niet aan regels te voldoen alvorens te mogen reageren, maar leren gedurende de hele dag gesprekstechnieken; elkaar uit laten praten, andere eens aan het woord laten komen en jezelf durven te laten horen. 
En ja, als ik bij rekenen vraag hoeveel "2+3=" dan krijg ik weleens 12 antwoorden. Dat is handig, weet ik meteen wie het wel en niet begrepen heeft. En wijkt je antwoord af? Dan reageert daar niemand vreemd op hoor! Dat is ons ondertussen allemaal weleens overkomen!
En soms zijn ze enthousiast, bij een leuke les en wat een herrie is het dan. Maar wat een betrokkenheid laten ze dan zien, zonder dat ik deze onder controle probeer te houden met mijn controlerende maatregelen....

Dylan Williams, hoogleraar in Engeland, is bekend van 'Het experiment'. Hij concludeerde dat leerlingen in het onderwijs consumenten zijn en te weinig betrokken in hun eigen leerproces. Om de betrokkenheid te vergroten veranderde hij een aantal zaken in het onderwijsproces. Op korte termijn leidde dit tot significant hogere leeropbrengsten!
Een van de veranderingen die hij invoerde was het 'niet opsteken van de vinger'. Leerlingen die hun vinger opsteken missen alle instructie die vanaf dat moment nog gegeven wordt, tot het moment dat de vinger omlaag kan. Vaak met teleurstelling, een ander kreeg de beurt. Of vol schaamte, het antwoord waar je zo enthousiast over was, was verkeerd. Of dat je nog met je vinger in de lucht zit, maar niet doorhebt dat de juf al drie vragen verder is... En zijn het niet altijd dezelfde leerlingen die hun vinger opsteken? Williams schafte het opsteken van de vingers niet af om te bouwen op natuurlijke gesprekstechnieken. Hij hield het geven van beurten wel onder controle van de leerkracht. Maar hij pakte het wel anders aan. Zo kregen alle leerlingen een bordje met stift en moesten zij het antwoord opschrijven. Een vraag, iedereen antwoord. Opletten dus! Of hij deed de namen van alle leerlingen in en doos. En de naam die hij uit de doos trok, die mocht het antwoord geven. Random dus. Geheel in de trant van de 21e eeuw heeft schoolbordportaal dat al een online tool voor ontwikkeld; namenkiezer.

Voor de leerkrachten die dus graag de controle in de hand houden, is dit een bruikbare tool. Er zijn vast meer variaties op het internet te vinden. Ook de cooperatieve werkvorm denken-delen-uitwisselen kan een motiverende werkvorm. De leerkracht stelt de vraag, de leerling denkt zelf na, overlegt dan met de buurman en dan pas worden de antwoorden klassikaal uitgewisseld.

Dus of je nu kiest voor het afschaffen van de vingers en te vertrouwen op de natuurlijke gesprekstechnieken van de kinderen, of je houdt de controle nog even in handen door de beurten of geheel andere wijze te verdelen, het begint bij de eerste stap. Bewustwording of de aanpak die je gebruikt in je klassenmanagement wel zo logisch is. Vingers opsteken is zo normaal geworden, niemand denkt dat kritisch over na. En dat geldt waarschijnlijk voor nog 100 andere doodnormale dagelijkse keuzes die we maken in het onderwijs. De eerste stap is om jezelf eens af te vragen waarom. En dan eens te kijken of er geen alternatieven zijn die meer recht doen aan de leerling, leiden tot minder controle en meer betrokkenheid en zelfs nog leerzaam zijn ook!
Ik ben om, mijn 12 leerlingen ook!

Nieuwere posts Oudere posts Homepage

Volg me!



Recent Comments